Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vergeeld:
  2. vergelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergeeld (Nederlands) in het Spaans

vergeeld:

vergeeld bijvoeglijk naamwoord

  1. vergeeld
    amarillento; amarilleado

Vertaal Matrix voor vergeeld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amarilleado vergeeld
amarillento vergeeld gelig; getaand; tanig

vergeeld vorm van vergelen:

vergelen werkwoord (vergeel, vergeelt, vergeelde, vergeelden, vergeeld)

  1. vergelen

Conjugations for vergelen:

o.t.t.
  1. vergeel
  2. vergeelt
  3. vergeelt
  4. vergelen
  5. vergelen
  6. vergelen
o.v.t.
  1. vergeelde
  2. vergeelde
  3. vergeelde
  4. vergeelden
  5. vergeelden
  6. vergeelden
v.t.t.
  1. heb vergeeld
  2. hebt vergeeld
  3. heeft vergeeld
  4. hebben vergeeld
  5. hebben vergeeld
  6. hebben vergeeld
v.v.t.
  1. had vergeeld
  2. had vergeeld
  3. had vergeeld
  4. hadden vergeeld
  5. hadden vergeeld
  6. hadden vergeeld
o.t.t.t.
  1. zal vergelen
  2. zult vergelen
  3. zal vergelen
  4. zullen vergelen
  5. zullen vergelen
  6. zullen vergelen
o.v.t.t.
  1. zou vergelen
  2. zou vergelen
  3. zou vergelen
  4. zouden vergelen
  5. zouden vergelen
  6. zouden vergelen
diversen
  1. vergeel!
  2. vergeelt!
  3. vergeeld
  4. vergelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vergelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amarillear vergelen
ponerse amarillo vergelen

Wiktionary: vergelen

vergelen
verb
  1. geel worden door veroudering of invloed van de omgeving