Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verhard:
  2. verharden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhard (Nederlands) in het Spaans

verhard:


verharden:

verharden werkwoord (verhard, verhardt, verhardde, verhardden, verhard)

  1. verharden (hard worden)

Conjugations for verharden:

o.t.t.
  1. verhard
  2. verhardt
  3. verhardt
  4. verharden
  5. verharden
  6. verharden
o.v.t.
  1. verhardde
  2. verhardde
  3. verhardde
  4. verhardden
  5. verhardden
  6. verhardden
v.t.t.
  1. heb verhard
  2. hebt verhard
  3. heeft verhard
  4. hebben verhard
  5. hebben verhard
  6. hebben verhard
v.v.t.
  1. had verhard
  2. had verhard
  3. had verhard
  4. hadden verhard
  5. hadden verhard
  6. hadden verhard
o.t.t.t.
  1. zal verharden
  2. zult verharden
  3. zal verharden
  4. zullen verharden
  5. zullen verharden
  6. zullen verharden
o.v.t.t.
  1. zou verharden
  2. zou verharden
  3. zou verharden
  4. zouden verharden
  5. zouden verharden
  6. zouden verharden
diversen
  1. verhard!
  2. verhardt!
  3. verhard
  4. verhardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verharden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verharden (stalen)
    el endurecer

Vertaal Matrix voor verharden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
endurecer stalen; verharden bestand maken tegen; harden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
endurecer hard worden; verharden harden; stalen; uitharden
endurecerse hard worden; verharden kazen; opstijven

Wiktionary: verharden


Cross Translation:
FromToVia
verharden endurecer harden — become hard
verharden acostumbrar; avezar; habituar inure — to cause to become accustomed to something unpleasant by prolonged exposure

Computer vertaling door derden: