Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. versleten:
  2. verslijten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versleten (Nederlands) in het Spaans

versleten:

versleten bijvoeglijk naamwoord

  1. versleten (vervallen; afgeleefd; oud; afgedragen; afgetrapt)
    gastado; desgastado

Vertaal Matrix voor versleten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desgastado verlopen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desgastado afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen afgesleten; bleek; doorgesleten; flauw; flets; sleets; uitgesleten; verschoten; verweerd
gastado afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen besteed; bleek; flauw; flets; gespendeerd; uitgegeven; uitgeleefd; verbruikt; verschoten; verteerd

Wiktionary: versleten


Cross Translation:
FromToVia
versleten decrépito decrepit — weakened or worn out
versleten desgastado shot — worn out
versleten manido; trillado; cliché; tópico; lugar común; trivial trite — worn out; hackneyed; used so many times that it is no longer interesting or effective

versleten vorm van verslijten:

verslijten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verslijten (slijten)
    el gastar; el desgastar; el gastarse

verslijten werkwoord (verslijt, versleet, versleten, versleten)

  1. verslijten (slijten; verteren; afdragen)

Conjugations for verslijten:

o.t.t.
  1. verslijt
  2. verslijt
  3. verslijt
  4. verslijten
  5. verslijten
  6. verslijten
o.v.t.
  1. versleet
  2. versleet
  3. versleet
  4. versleten
  5. versleten
  6. versleten
v.t.t.
  1. heb versleten
  2. hebt versleten
  3. heeft versleten
  4. hebben versleten
  5. hebben versleten
  6. hebben versleten
v.v.t.
  1. had versleten
  2. had versleten
  3. had versleten
  4. hadden versleten
  5. hadden versleten
  6. hadden versleten
o.t.t.t.
  1. zal verslijten
  2. zult verslijten
  3. zal verslijten
  4. zullen verslijten
  5. zullen verslijten
  6. zullen verslijten
o.v.t.t.
  1. zou verslijten
  2. zou verslijten
  3. zou verslijten
  4. zouden verslijten
  5. zouden verslijten
  6. zouden verslijten
diversen
  1. verslijt!
  2. verslijt!
  3. versleten
  4. verslijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verslijten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desgastar slijten; verslijten afdragen; afslijten; kleding afdragen
gastar slijten; verslijten
gastarse slijten; verslijten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descomponerse afdragen; slijten; verslijten; verteren afrotten; doorleven; doorstaan; eroderen; ontbinden; rotten; verdragen; verduren; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; wegvreten
desgastar afdragen; slijten; verslijten; verteren afslijten
gastar aanwenden; benutten; doorjagen; doorleven; doorstaan; eroderen; gebruik maken van; gebruiken; iets uitgeven; kosten maken; opmaken; toepassen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verdragen; verduren; verstoken; verteren; verwerken; wegslijten; wegvreten
gastarse achteruitgaan; bezwijken; instorten; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken

Verwante definities voor "verslijten":

  1. hem daarvoor aanzien1
    • ik heb hem altijd voor dom versleten1
  2. het gebruiken en daardoor langzaam kapot laten gaan1
    • hij heeft al drie spijkerbroeken versleten dit jaar1

Wiktionary: verslijten

verslijten
verb
  1. door veelvuldig gebruik onbruikbaar worden of maken

Cross Translation:
FromToVia
verslijten desgastarse wear down — To cause physical or mental fatigue
verslijten pasar; veranear verbringenbesonders mit Angaben von Zeit und Zeiträumen (Jugend, Alter, Leben, Ferien, Wochenende, usw.): eine Zeitdauer verstreichen lassen