Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verstuiken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstuiken (Nederlands) in het Spaans

verstuiken:

verstuiken werkwoord (verstuik, verstuikt, verstuikte, verstuikten, verstuikt)

  1. verstuiken (ontwrichten; zwikken; verzwikken)
    dislocar

Conjugations for verstuiken:

o.t.t.
  1. verstuik
  2. verstuikt
  3. verstuikt
  4. verstuiken
  5. verstuiken
  6. verstuiken
o.v.t.
  1. verstuikte
  2. verstuikte
  3. verstuikte
  4. verstuikten
  5. verstuikten
  6. verstuikten
v.t.t.
  1. heb verstuikt
  2. hebt verstuikt
  3. heeft verstuikt
  4. hebben verstuikt
  5. hebben verstuikt
  6. hebben verstuikt
v.v.t.
  1. had verstuikt
  2. had verstuikt
  3. had verstuikt
  4. hadden verstuikt
  5. hadden verstuikt
  6. hadden verstuikt
o.t.t.t.
  1. zal verstuiken
  2. zult verstuiken
  3. zal verstuiken
  4. zullen verstuiken
  5. zullen verstuiken
  6. zullen verstuiken
o.v.t.t.
  1. zou verstuiken
  2. zou verstuiken
  3. zou verstuiken
  4. zouden verstuiken
  5. zouden verstuiken
  6. zouden verstuiken
diversen
  1. verstuik!
  2. verstuikt!
  3. verstuikt
  4. verstuikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verstuiken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dislocar ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken disloqueren; ontwrichten; uit het lid brengen

Verwante definities voor "verstuiken":

  1. de banden ervan rekken of scheuren1
    • hij heeft zijn enkel verstuikt1

Wiktionary: verstuiken


Cross Translation:
FromToVia
verstuiken torcer sprain — to weaken a joint, ligament, or muscle