Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. visiteur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visiteur (Nederlands) in het Spaans

visiteur:

visiteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de visiteur
    el inspector

Vertaal Matrix voor visiteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inspector visiteur conducteur; controleur; dierverzorger; inspecteur; oppasser; opzichter; opziener; treinconducteur; verzorger

Verwante woorden van "visiteur":

  • visiteuren, visiteurs