Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vriezen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vriezen (Nederlands) in het Spaans

vriezen:

vriezen werkwoord (vries, vriest, vroor, vroren, gevroren)

  1. vriezen
    helar

Conjugations for vriezen:

o.t.t.
  1. vries
  2. vriest
  3. vriest
  4. vriezen
  5. vriezen
  6. vriezen
o.v.t.
  1. vroor
  2. vroor
  3. vroor
  4. vroren
  5. vroren
  6. vroren
v.t.t.
  1. heb gevroren
  2. hebt gevroren
  3. heeft gevroren
  4. hebben gevroren
  5. hebben gevroren
  6. hebben gevroren
v.v.t.
  1. had gevroren
  2. had gevroren
  3. had gevroren
  4. hadden gevroren
  5. hadden gevroren
  6. hadden gevroren
o.t.t.t.
  1. zal vriezen
  2. zult vriezen
  3. zal vriezen
  4. zullen vriezen
  5. zullen vriezen
  6. zullen vriezen
o.v.t.t.
  1. zou vriezen
  2. zou vriezen
  3. zou vriezen
  4. zouden vriezen
  5. zouden vriezen
  6. zouden vriezen
diversen
  1. vries!
  2. vriest!
  3. gevroren
  4. vriezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vriezen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helar invriezing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helar vriezen bevriezen; tot ijs worden

Verwante definities voor "vriezen":

  1. de temperatuur is lager dan nul graden1
    • het heeft vannacht 10 graden gevroren1

Wiktionary: vriezen

vriezen
verb
  1. onpr|nld meteorologie|nld het heersen van een temperatuur waarbij water kristalliseert tot ijs

Cross Translation:
FromToVia
vriezen congelar; helar freeze — lower something's temperature to freezing point
vriezen helar freeze — drop below zero
vriezen congelar; helar geler — Durcir, rendre solide par le froid, transformer en glace. (Sens général).

Verwante vertalingen van vriezen