Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. warenhuizen:
  2. warenhuis:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor warenhuizen (Nederlands) in het Spaans

warenhuizen:

warenhuizen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de warenhuizen
    el almacenes

Vertaal Matrix voor warenhuizen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almacenes warenhuizen bergschuren; keten; loodsen; magazijnen; pakhuizen

Verwante woorden van "warenhuizen":


warenhuis:

warenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het warenhuis (opslagplaats; depot; pakhuis; )
    el guardamuebles
  2. het warenhuis
    el almacén

Vertaal Matrix voor warenhuis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almacén warenhuis bergen; berghok; berging; bergruimte; bewaren; goederenloods; goederenopslag; goederenopslagruimte; kluis; ligopslagplaats; magazijn; opslagruimte; provisiekamer; toko; voorraadkamer; voorraadplaats
guardamuebles bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis

Verwante woorden van "warenhuis":


Wiktionary: warenhuis

warenhuis
noun
  1. een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt

Cross Translation:
FromToVia
warenhuis emporio emporium — a shop that offers a wide variety of goods