Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. witwassen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor witwassen (Nederlands) in het Spaans

witwassen:

witwassen werkwoord (was wit, wast wit, waste wit, wasten wit, wit gewassen)

  1. witwassen
    blanquear

Conjugations for witwassen:

o.t.t.
  1. was wit
  2. wast wit
  3. wast wit
  4. wassen wit
  5. wassen wit
  6. wassen wit
o.v.t.
  1. waste wit
  2. waste wit
  3. waste wit
  4. wasten wit
  5. wasten wit
  6. wasten wit
v.t.t.
  1. heb wit gewassen
  2. hebt wit gewassen
  3. heeft wit gewassen
  4. hebben wit gewassen
  5. hebben wit gewassen
  6. hebben wit gewassen
v.v.t.
  1. had wit gewassen
  2. had wit gewassen
  3. had wit gewassen
  4. hadden wit gewassen
  5. hadden wit gewassen
  6. hadden wit gewassen
o.t.t.t.
  1. zal witwassen
  2. zult witwassen
  3. zal witwassen
  4. zullen witwassen
  5. zullen witwassen
  6. zullen witwassen
o.v.t.t.
  1. zou witwassen
  2. zou witwassen
  3. zou witwassen
  4. zouden witwassen
  5. zouden witwassen
  6. zouden witwassen
diversen
  1. was wit!
  2. wast wit!
  3. wit gewassen
  4. witwassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor witwassen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blanquear witwassen bleek worden; bleken; kalken; legaliseren; logen; opbleken; sausen; verbleken; wit worden; witten

Wiktionary: witwassen


Cross Translation:
FromToVia
witwassen lavado de dinero GeldwäscheEinschleusung illegaler Erlöse aus Straftaten (zum Beispiel aus Drogenhandel) in den legalen Finanz- und Wirtschaftskreislauf
witwassen blanqueo de dinero Wäscheübertragen: meist im Ausland stattfindende Vorgehensweise, Geld so anzulegen, dass seine Herkunft aus kriminellen Machenschaften nicht mehr nachweisbar ist