Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. woelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woelen (Nederlands) in het Spaans

woelen:

woelen werkwoord (woel, woelt, woelde, woelden, gewoeld)

  1. woelen (wroeten; wurmen)
    escarbar; hocicar

Conjugations for woelen:

o.t.t.
  1. woel
  2. woelt
  3. woelt
  4. woelen
  5. woelen
  6. woelen
o.v.t.
  1. woelde
  2. woelde
  3. woelde
  4. woelden
  5. woelden
  6. woelden
v.t.t.
  1. heb gewoeld
  2. hebt gewoeld
  3. heeft gewoeld
  4. hebben gewoeld
  5. hebben gewoeld
  6. hebben gewoeld
v.v.t.
  1. had gewoeld
  2. had gewoeld
  3. had gewoeld
  4. hadden gewoeld
  5. hadden gewoeld
  6. hadden gewoeld
o.t.t.t.
  1. zal woelen
  2. zult woelen
  3. zal woelen
  4. zullen woelen
  5. zullen woelen
  6. zullen woelen
o.v.t.t.
  1. zou woelen
  2. zou woelen
  3. zou woelen
  4. zouden woelen
  5. zouden woelen
  6. zouden woelen
diversen
  1. woel!
  2. woelt!
  3. gewoeld
  4. woelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor woelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escarbar woelen; wroeten; wurmen doorwroeten; motiveren; peuteren; pulken; scharrelen van kip; snuffelen aan; wroetend onderzoeken
hocicar woelen; wroeten; wurmen

Wiktionary: woelen


Cross Translation:
FromToVia
woelen dar vueltas en la cama toss and turn — unable to lie still
woelen cavar creuser — Faire un trou, un orifice.