Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zeeschip:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeeschip (Nederlands) in het Spaans

zeeschip:

zeeschip [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zeeschip
    el barco; el buque
    • barco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • buque [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zeeschip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barco zeeschip boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
buque zeeschip boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig

Wiktionary: zeeschip

zeeschip
noun
  1. een zeewaardig schip gebouwd om de zee te kunnen trotseren

Cross Translation:
FromToVia
zeeschip navío; embarcación; nave navirebâtiment qui sert à naviguer sur mer.