Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelfbewustheid (Nederlands) in het Spaans

zelfbewustheid:

zelfbewustheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zelfbewustheid (zelfverzekerdheid)
    la autoconciencia; el aplomo; la seguridad de sí mismo; la seguridad de uno mismo

Vertaal Matrix voor zelfbewustheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aplomo zelfbewustheid; zelfverzekerdheid aplomb
autoconciencia zelfbewustheid; zelfverzekerdheid
seguridad de sí mismo zelfbewustheid; zelfverzekerdheid
seguridad de uno mismo zelfbewustheid; zelfverzekerdheid

Verwante woorden van "zelfbewustheid":


zelfbewust:

zelfbewust bijvoeglijk naamwoord

  1. zelfbewust (assertief)
    asertivo; autoconsciente; consciente de sí mismo; seguro de sí mismo

Vertaal Matrix voor zelfbewust:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asertivo assertief; zelfbewust
autoconsciente assertief; zelfbewust
consciente de sí mismo assertief; zelfbewust
seguro de sí mismo assertief; zelfbewust zelfverzekerd

Verwante woorden van "zelfbewust":


Wiktionary: zelfbewust

zelfbewust
adjective
  1. zelfverzekerd