Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zelfzuchtigheid:
  2. zelfzuchtig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelfzuchtigheid (Nederlands) in het Spaans

zelfzuchtigheid:

zelfzuchtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zelfzuchtigheid (zelfzucht; egoïsme)
    el egoísmo

Vertaal Matrix voor zelfzuchtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egoísmo egoïsme; zelfzucht; zelfzuchtigheid egoisme; egoïsmen; zelfzuchtigheden

Verwante woorden van "zelfzuchtigheid":


zelfzuchtigheid vorm van zelfzuchtig:

zelfzuchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. zelfzuchtig (egoïstisch; baatzuchtig)
    egoísta

Vertaal Matrix voor zelfzuchtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egoísta egoïst; zelfzuchtige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egoísta baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig

Verwante woorden van "zelfzuchtig":