Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zich warmen (Nederlands) in het Spaans
zich warmen:
-
zich warmen
hacer entrar en calor; calentar; templar; calentarse; caldear; acalorar-
hacer entrar en calor werkwoord
-
calentar werkwoord
-
templar werkwoord
-
calentarse werkwoord
-
caldear werkwoord
-
acalorar werkwoord
-
Vertaal Matrix voor zich warmen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| calentarse | opwarmen; warming-up; warmlopen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| acalorar | zich warmen | eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken |
| caldear | zich warmen | aanzetten tot; eten opwarmen; instigeren; opwarmen; provoceren; verhitten; verwarmen; warm maken |
| calentar | zich warmen | eten opwarmen; opvrijen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken; warmen |
| calentarse | zich warmen | eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken; warm worden; warmen |
| hacer entrar en calor | zich warmen | warmen |
| templar | zich warmen | dempen; lenigen; matigen; temperen; uitgloeien; verlichten; vervriendelijken; verzachten; zich matigen |