Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zoemers:
  2. zoemer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoemers (Nederlands) in het Spaans

zoemers:

zoemers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zoemers (zoemer)
    el zumbador; el zumbadores

Vertaal Matrix voor zoemers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zumbador zoemer; zoemers
zumbadores zoemer; zoemers

Verwante woorden van "zoemers":


zoemers vorm van zoemer:

zoemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoemer (zoemers)
    el zumbador; el zumbadores

Vertaal Matrix voor zoemer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zumbador zoemer; zoemers
zumbadores zoemer; zoemers

Verwante woorden van "zoemer":


Wiktionary: zoemer


Cross Translation:
FromToVia
zoemer bocina buzzer — device