Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zwengels:
  2. zwengel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwengels (Nederlands) in het Spaans

zwengels:

zwengels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zwengels
    la palancas; el manubrio; la manivelas

Vertaal Matrix voor zwengels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manivelas zwengels
manubrio zwengels kruk; slinger; zwengel
palancas zwengels

Verwante woorden van "zwengels":


zwengel:

zwengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwengel (kruk; slinger)
    el manubrio; la péndola; el balancin

Vertaal Matrix voor zwengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balancin kruk; slinger; zwengel
manubrio kruk; slinger; zwengel zwengels
péndola kruk; slinger; zwengel

Verwante woorden van "zwengel":


Wiktionary: zwengel


Cross Translation:
FromToVia
zwengel palanca levierbarre rigide que l’on fixer à un point d’appui servir à faciliter un mouvement pour déplacer, soutenir ou soulever d’autres corps.

Computer vertaling door derden: