Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor korst (Nederlands) in het Frans

korst:

korst [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de korst (wondkorst; roof)
    la croûte; l'escarre; l'écorce
    • croûte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escarre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • écorce [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor korst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
croûte korst; roof; wondkorst
escarre korst; roof; wondkorst
écorce korst; roof; wondkorst bast; boomschors; korstje; kurk; omhulling; peul; schaal; schelp; schil; schors; stukje schors; vel

Verwante woorden van "korst":


Wiktionary: korst

korst
noun
  1. een harde buitenste laag om iets dat verder relatief zacht is
korst
noun
  1. Pellicule solide couvrant une partie plus molle.

Cross Translation:
FromToVia
korst croûte crust — any solid, hard surface layer
korst écorce; croûte crust — outermost layer of a planet
korst croûte crust — outer layer of bread
korst croûton; quignon heel — end-piece of a loaf of bread
korst croûte scab — incrustation over a wound

korsten:

korsten werkwoord (korst, korstte, korstten, gekorst)

  1. korsten
    feuilleter
    • feuilleter werkwoord (feuillette, feuillettes, feuilletons, feuilletez, )

Conjugations for korsten:

o.t.t.
  1. korst
  2. korst
  3. korst
  4. korsten
  5. korsten
  6. korsten
o.v.t.
  1. korstte
  2. korstte
  3. korstte
  4. korstten
  5. korstten
  6. korstten
v.t.t.
  1. heb gekorst
  2. hebt gekorst
  3. heeft gekorst
  4. hebben gekorst
  5. hebben gekorst
  6. hebben gekorst
v.v.t.
  1. had gekorst
  2. had gekorst
  3. had gekorst
  4. hadden gekorst
  5. hadden gekorst
  6. hadden gekorst
o.t.t.t.
  1. zal korsten
  2. zult korsten
  3. zal korsten
  4. zullen korsten
  5. zullen korsten
  6. zullen korsten
o.v.t.t.
  1. zou korsten
  2. zou korsten
  3. zou korsten
  4. zouden korsten
  5. zouden korsten
  6. zouden korsten
en verder
  1. heb gekorst
  2. hebt gekorst
  3. heeft gekorst
  4. hebben gekorst
  5. hebben gekorst
  6. hebben gekorst
diversen
  1. korst!
  2. korst!
  3. gekorst
  4. korstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

korsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de korsten (wondkorsten; roven)

Vertaal Matrix voor korsten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
croûtes apparaissant pendant la guérison d'une blessure korsten; roven; wondkorsten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feuilleter korsten bladeren; doorbladeren; ombladeren; omkeren; omslaan

Verwante woorden van "korsten":