Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: pis

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: pis

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

pis:
- pisse; urine
Wiktionary:
- pis → urine
- pis → pipi, pisse, urine

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

pis:
- slechter; erger
Wiktionary:
- pis → Uier, uier
- pis → uier

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pis (Nederlands) in het Frans

pis:

pis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de pis (urine; zeik)
la pisse; l'urine
- pisse [la ~] zelfstandig naamwoord
- urine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pisse	pis; urine; zeik
urine	pis; urine; zeik	plas; plasje; plasje doen

Verwante woorden van "pis":

pissen

Wiktionary: pis

pis

noun

biologie|fr liquide dû à la filtration du sang par les reins et conduit par les uretères dans la vessie, puis évacuer par le canal de l’urètre.
- urine → urine; pis; plas

Cross Translation:

From	To	Via
• pis	→ pipi	↔ pee — urine
• pis	→ pisse; urine; pipi	↔ piss — urine
• pis	→ pipi	↔ wee — urine

Frans

Uitgebreide vertaling voor pis (Frans) in het Nederlands

pis:

pis bijvoeglijk naamwoord

pis (pire; plus mauvais)
slechter; erger
- slechter bijvoeglijk naamwoord
- erger bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pis:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
erger	pire; pis; plus mauvais	plus difficile; plus pénible
slechter	pire; pis; plus mauvais

Synoniemen voor "pis":

mamelle; sein; tétine; pire; mauvais; téton; biberon; sucette

Wiktionary: pis

pis

noun

anatomie|fr mamelle de bête laitière (vache, brebis, etc.).
- pis → Uier

pis

noun

de melkklier van een herkauwer
- uier → pis; têtine

Cross Translation:

From	To	Via
• pis	→ uier	↔ udder — part of domestic milk-giving animal that expresses milk

pisé:

Synoniemen voor "pisé":

argile; calamite; kaolin; limon; marne; poterie; bousillage; bauge; mortier; torchis

Verwante vertalingen van pis

pis-aller