Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aannemer (Nederlands) in het Frans

aannemer:

aannemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aannemer (bouwondernemer; bouwer)
    le constructeur; l'entrepreneur de construction; l'entrepreneur de bâtiments; l'entrepreneur
  2. de aannemer (verbouwer)
    l'entrepreneur; l'entrepreneur de bâtiments
  3. de aannemer (contractant)
    le fournisseur

Vertaal Matrix voor aannemer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constructeur aannemer; bouwer; bouwondernemer auteur; bouwer; bouwvakker; constructeur; constructor; creator; fabrikant; maker; producent; samensteller; schepper; vervaardiger; voortbrenger
entrepreneur aannemer; bouwer; bouwondernemer; verbouwer handelaar; handelsman; koopman; ondernemer; zelfstandig ondernemer
entrepreneur de bâtiments aannemer; bouwer; bouwondernemer; verbouwer
entrepreneur de construction aannemer; bouwer; bouwondernemer
fournisseur aannemer; contractant leverancier; provider; synchronisatievoorziening; toeleveringsbedrijf; verschaffer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constructeur scheppend

Wiktionary: aannemer


Cross Translation:
FromToVia
aannemer entrepreneur contractor — A person who executes the building or improving of buildings