Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. afgeknot:
  2. afknotten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgeknot (Nederlands) in het Frans

afgeknot:

afgeknot bijvoeglijk naamwoord

  1. afgeknot
    obtus; tronqué

Vertaal Matrix voor afgeknot:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obtus afgeknot dood; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; hardleers; levenloos; licht; makkelijk; niet bezield; niet moeilijk; onbezield; simpel; stomp
tronqué afgeknot

afknotten:

afknotten werkwoord (knot af, knotte af, knotten af, afgeknot)

  1. afknotten
    tronquer
    • tronquer werkwoord (tronque, tronques, tronquons, tronquez, )
  2. afknotten
    étêter
    • étêter werkwoord (étête, étêtes, étêtons, étêtez, )

Conjugations for afknotten:

o.t.t.
  1. knot af
  2. knot af
  3. knot af
  4. knotten af
  5. knotten af
  6. knotten af
o.v.t.
  1. knotte af
  2. knotte af
  3. knotte af
  4. knotten af
  5. knotten af
  6. knotten af
v.t.t.
  1. heb afgeknot
  2. hebt afgeknot
  3. heeft afgeknot
  4. hebben afgeknot
  5. hebben afgeknot
  6. hebben afgeknot
v.v.t.
  1. had afgeknot
  2. had afgeknot
  3. had afgeknot
  4. hadden afgeknot
  5. hadden afgeknot
  6. hadden afgeknot
o.t.t.t.
  1. zal afknotten
  2. zult afknotten
  3. zal afknotten
  4. zullen afknotten
  5. zullen afknotten
  6. zullen afknotten
o.v.t.t.
  1. zou afknotten
  2. zou afknotten
  3. zou afknotten
  4. zouden afknotten
  5. zouden afknotten
  6. zouden afknotten
diversen
  1. knot af!
  2. knot af!
  3. afgeknot
  4. afknottende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afknotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tronquer afknotten
étêter afknotten afklemmen; afknellen; afknijpen; knotten

Wiktionary: afknotten

afknotten
verb
  1. retrancher un membre ou quelque autre partie extérieure du corps.

Cross Translation:
FromToVia
afknotten biseauter; chanfreiner abfasenfachsprachlich: Kanten abschrägen oder anschrägen

Computer vertaling door derden: