Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. amusement:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor amusement (Nederlands) in het Frans

amusement:

amusement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het amusement (vertier; vermaak; verstrooiing; vermakelijkheid)
    l'amusement; le divertissement; le plaisir; la distraction; la joie

Vertaal Matrix voor amusement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amusement amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier amuseren; vermaken
distraction amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier afleiding; afleidingsmanoeuvre; distractie; onderbreking; ontspanning; pauze; recreatie; tussenpoos; verstrooiing; verzet; verzetsbeweging; vrijetijdsbesteding
divertissement amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier afleiding; afleidingsmanoeuvre; entertainment; grappigheid; jolijt; jool; keet; kluchtigheid; koddigheid; lol; plezier; pretmakerij; snaaksheid; vermakelijkheid; verzet; verzetsbeweging
joie amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier aardigheid; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; content; frivoliteit; gein; genoegen; genot; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lichtzinnigheid; lol; lust; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; opgewektheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; schik; smetteloosheid; tevredenheid; uitgelatenheid; vreugde; vrolijkheid
plaisir amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier aardigheid; animo; belangstelling; blijheid; blijmoedigheid; content; drift; fascinatie; geboeidheid; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; interesse; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; seksuele begeerte; smetteloosheid; tevredenheid; vreugde; vrolijkheid; welgevallen; zin
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
joie blijdschap

Verwante woorden van "amusement":

  • amusementen

Wiktionary: amusement

amusement
noun
  1. Ce qui amuser.
  2. diminution progressif de la pression d’un gaz ou d’une vapeur qui augmenter de volume, ou bien de la tension d’un ressort qui revient à son équilibre.
  3. Occupation, exercice qui fait diversion au travail et qui sert de délassement.

Cross Translation:
FromToVia
amusement amusement amusement — entertainment
amusement divertissement entertainment — activity designed to give pleasure or relaxation