Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bijeenkomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijeenkomen (Nederlands) in het Frans

bijeenkomen:

bijeenkomen werkwoord (kom bijeen, komt bijeen, kwam bijeen, kwamen bijeen, bijeengekomen)

  1. bijeenkomen (samenkomen)

Conjugations for bijeenkomen:

o.t.t.
  1. kom bijeen
  2. komt bijeen
  3. komt bijeen
  4. kommen bijeen
  5. kommen bijeen
  6. kommen bijeen
o.v.t.
  1. kwam bijeen
  2. kwam bijeen
  3. kwam bijeen
  4. kwamen bijeen
  5. kwamen bijeen
  6. kwamen bijeen
v.t.t.
  1. ben bijeengekomen
  2. bent bijeengekomen
  3. is bijeengekomen
  4. zijn bijeengekomen
  5. zijn bijeengekomen
  6. zijn bijeengekomen
v.v.t.
  1. was bijeengekomen
  2. was bijeengekomen
  3. was bijeengekomen
  4. waren bijeengekomen
  5. waren bijeengekomen
  6. waren bijeengekomen
o.t.t.t.
  1. zal bijeenkomen
  2. zult bijeenkomen
  3. zal bijeenkomen
  4. zullen bijeenkomen
  5. zullen bijeenkomen
  6. zullen bijeenkomen
o.v.t.t.
  1. zou bijeenkomen
  2. zou bijeenkomen
  3. zou bijeenkomen
  4. zouden bijeenkomen
  5. zouden bijeenkomen
  6. zouden bijeenkomen
diversen
  1. kom bijeen!
  2. komt bijeen!
  3. bijeengekomen
  4. bijeenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijeenkomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se réunir samenkomen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se rassembler bijeenkomen; samenkomen aantreden; bij elkaar komen; bijeen komen; samenkomen; samenscholen; toetreden; verzamelen
se rencontrer bijeenkomen; samenkomen afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen
se réunir bijeenkomen; samenkomen afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen; verzamelen

Wiktionary: bijeenkomen

bijeenkomen
Cross Translation:
FromToVia
bijeenkomen rassembler; recueillir gather — to bring together; to collect