Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijverdienen (Nederlands) in het Frans
bijverdienen:
-
bijverdienen
gagner comme appoint; gagner un salaire d'appoint; gagner d'extra-
gagner comme appoint werkwoord
-
gagner un salaire d'appoint werkwoord
-
gagner d'extra werkwoord
-
Conjugations for bijverdienen:
o.t.t.
- verdien bij
- verdient bij
- verdient bij
- verdienen bij
- verdienen bij
- verdienen bij
o.v.t.
- verdiende bij
- verdiende bij
- verdiende bij
- verdienden bij
- verdienden bij
- verdienden bij
v.t.t.
- heb bijverdiend
- hebt bijverdiend
- heeft bijverdiend
- hebben bijverdiend
- hebben bijverdiend
- hebben bijverdiend
v.v.t.
- had bijverdiend
- had bijverdiend
- had bijverdiend
- hadden bijverdiend
- hadden bijverdiend
- hadden bijverdiend
o.t.t.t.
- zal bijverdienen
- zult bijverdienen
- zal bijverdienen
- zullen bijverdienen
- zullen bijverdienen
- zullen bijverdienen
o.v.t.t.
- zou bijverdienen
- zou bijverdienen
- zou bijverdienen
- zouden bijverdienen
- zouden bijverdienen
- zouden bijverdienen
diversen
- verdien bij!
- verdient bij!
- bijverdiend
- bijverdienend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bijverdienen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gagner comme appoint | bijverdienen | |
gagner d'extra | bijverdienen | |
gagner un salaire d'appoint | bijverdienen |