Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bulken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bulken (Nederlands) in het Frans

bulken:

bulken werkwoord (bulk, bulkt, bulkte, bulkten, gebulkt)

  1. bulken

Conjugations for bulken:

o.t.t.
  1. bulk
  2. bulkt
  3. bulkt
  4. bulken
  5. bulken
  6. bulken
o.v.t.
  1. bulkte
  2. bulkte
  3. bulkte
  4. bulkten
  5. bulkten
  6. bulkten
v.t.t.
  1. heb gebulkt
  2. hebt gebulkt
  3. heeft gebulkt
  4. hebben gebulkt
  5. hebben gebulkt
  6. hebben gebulkt
v.v.t.
  1. had gebulkt
  2. had gebulkt
  3. had gebulkt
  4. hadden gebulkt
  5. hadden gebulkt
  6. hadden gebulkt
o.t.t.t.
  1. zal bulken
  2. zult bulken
  3. zal bulken
  4. zullen bulken
  5. zullen bulken
  6. zullen bulken
o.v.t.t.
  1. zou bulken
  2. zou bulken
  3. zou bulken
  4. zouden bulken
  5. zouden bulken
  6. zouden bulken
diversen
  1. bulk!
  2. bulkt!
  3. gebulkt
  4. bulkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bulken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nager dans l'argent bulken