Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. debarkeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor debarkeren (Nederlands) in het Frans

debarkeren:

debarkeren werkwoord (debarkeer, debarkeert, debarkeerde, debarkeerden, gedebarkeerd)

  1. debarkeren (aan land gaan; ontschepen; aan wal gaan)
    débarquer; mettre pied à terre
    • débarquer werkwoord (débarque, débarques, débarquons, débarquez, )

Conjugations for debarkeren:

o.t.t.
  1. debarkeer
  2. debarkeert
  3. debarkeert
  4. debarkeren
  5. debarkeren
  6. debarkeren
o.v.t.
  1. debarkeerde
  2. debarkeerde
  3. debarkeerde
  4. debarkeerden
  5. debarkeerden
  6. debarkeerden
v.t.t.
  1. heb gedebarkeerd
  2. hebt gedebarkeerd
  3. heeft gedebarkeerd
  4. hebben gedebarkeerd
  5. hebben gedebarkeerd
  6. hebben gedebarkeerd
v.v.t.
  1. had gedebarkeerd
  2. had gedebarkeerd
  3. had gedebarkeerd
  4. hadden gedebarkeerd
  5. hadden gedebarkeerd
  6. hadden gedebarkeerd
o.t.t.t.
  1. zal debarkeren
  2. zult debarkeren
  3. zal debarkeren
  4. zullen debarkeren
  5. zullen debarkeren
  6. zullen debarkeren
o.v.t.t.
  1. zou debarkeren
  2. zou debarkeren
  3. zou debarkeren
  4. zouden debarkeren
  5. zouden debarkeren
  6. zouden debarkeren
diversen
  1. debarkeer!
  2. debarkeert!
  3. gedebarkeerd
  4. debarkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor debarkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
débarquer aan land gaan; aan wal gaan; debarkeren; ontschepen afladen; iets uitladen; lossen; ontladen; uitladen
mettre pied à terre aan land gaan; aan wal gaan; debarkeren; ontschepen afklimmen; afstijgen; omlaagklauteren