Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. detailhandel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor detailhandel (Nederlands) in het Frans

detailhandel:

detailhandel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de detailhandel (kleinhandel)
    le commerce de détail; le petit commerce
  2. de detailhandel
    le commerce de détail

Vertaal Matrix voor detailhandel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commerce de détail detailhandel; kleinhandel
petit commerce detailhandel; kleinhandel kleinbedrijf

Verwante woorden van "detailhandel":

  • detailhandels

Wiktionary: detailhandel

detailhandel
noun
  1. de handel die tatbare producten direct aan consumenten verkoopt

Cross Translation:
FromToVia
detailhandel commerce de détail Einzelhandel — der Verkauf von Waren direkt an den Verbraucher
detailhandel → [[vente au détail]] retail — sale of goods directly to the consumer