Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dichtgegroeid:
  2. dichtgroeien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dichtgegroeid (Nederlands) in het Frans

dichtgegroeid:

dichtgegroeid bijvoeglijk naamwoord

  1. dichtgegroeid (overgroeid)
    boisé; couvert de végétation

Vertaal Matrix voor dichtgegroeid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boisé dichtgegroeid; overgroeid bebost; begroeid; boomrijk; bosachtig; bosrijk; houtrijk
couvert de végétation dichtgegroeid; overgroeid begroeid

Verwante woorden van "dichtgegroeid":

  • dichtgegroeide

dichtgegroeid vorm van dichtgroeien:

dichtgroeien werkwoord (groei dicht, groeit dicht, groeide dicht, groeiden dicht, dichtgegroeid)

  1. dichtgroeien

Conjugations for dichtgroeien:

o.t.t.
  1. groei dicht
  2. groeit dicht
  3. groeit dicht
  4. groeien dicht
  5. groeien dicht
  6. groeien dicht
o.v.t.
  1. groeide dicht
  2. groeide dicht
  3. groeide dicht
  4. groeiden dicht
  5. groeiden dicht
  6. groeiden dicht
v.t.t.
  1. ben dichtgegroeid
  2. bent dichtgegroeid
  3. is dichtgegroeid
  4. zijn dichtgegroeid
  5. zijn dichtgegroeid
  6. zijn dichtgegroeid
v.v.t.
  1. was dichtgegroeid
  2. was dichtgegroeid
  3. was dichtgegroeid
  4. waren dichtgegroeid
  5. waren dichtgegroeid
  6. waren dichtgegroeid
o.t.t.t.
  1. zal dichtgroeien
  2. zult dichtgroeien
  3. zal dichtgroeien
  4. zullen dichtgroeien
  5. zullen dichtgroeien
  6. zullen dichtgroeien
o.v.t.t.
  1. zou dichtgroeien
  2. zou dichtgroeien
  3. zou dichtgroeien
  4. zouden dichtgroeien
  5. zouden dichtgroeien
  6. zouden dichtgroeien
diversen
  1. groei dicht!
  2. groeit dicht!
  3. dichtgegroeid
  4. dichtgroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dichtgroeien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être envahi dichtgroeien
être envahi par la végétation dichtgroeien