Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dienstvaardigheid:
  2. dienstvaardig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dienstvaardigheid (Nederlands) in het Frans

dienstvaardigheid:

dienstvaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dienstvaardigheid (dienstbaarheid; gedienstigheid)
    l'obligeance; la serviabilité

Vertaal Matrix voor dienstvaardigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obligeance dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienst; dienstwilligheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; gunstige gezindheid; hulpvaardigheid; toeschietelijkheid; voorkomendheid; welwillendheid
serviabilité dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienst; dienstwilligheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; hulpvaardigheid; voorkomendheid

Verwante woorden van "dienstvaardigheid":


dienstvaardig:

dienstvaardig bijvoeglijk naamwoord

  1. dienstvaardig
    serviable; d'une manière serviable

Vertaal Matrix voor dienstvaardig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
d'une manière serviable dienstvaardig
serviable dienstvaardig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; beleefd; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gemanierd; gewillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; plezierig; slaafs; volgzaam; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed; willig; zachtaardig

Verwante woorden van "dienstvaardig":


Wiktionary: dienstvaardig

dienstvaardig
adjective
  1. Qui aimer à rendre service, qui rend service, aidant.