Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. etiketteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor etiketteren (Nederlands) in het Frans

etiketteren:

etiketteren werkwoord (etiketteer, etiketteert, etiketteerde, etiketteerden, geëtiketteerd)

  1. etiketteren (van etiket voorzien)
    étiqueter
    • étiqueter werkwoord (étiquette, étiquettes, étiquetons, étiquetez, )
  2. etiketteren

Conjugations for etiketteren:

o.t.t.
  1. etiketteer
  2. etiketteert
  3. etiketteert
  4. etiketteren
  5. etiketteren
  6. etiketteren
o.v.t.
  1. etiketteerde
  2. etiketteerde
  3. etiketteerde
  4. etiketteerden
  5. etiketteerden
  6. etiketteerden
v.t.t.
  1. heb geëtiketteerd
  2. hebt geëtiketteerd
  3. heeft geëtiketteerd
  4. hebben geëtiketteerd
  5. hebben geëtiketteerd
  6. hebben geëtiketteerd
v.v.t.
  1. had geëtiketteerd
  2. had geëtiketteerd
  3. had geëtiketteerd
  4. hadden geëtiketteerd
  5. hadden geëtiketteerd
  6. hadden geëtiketteerd
o.t.t.t.
  1. zal etiketteren
  2. zult etiketteren
  3. zal etiketteren
  4. zullen etiketteren
  5. zullen etiketteren
  6. zullen etiketteren
o.v.t.t.
  1. zou etiketteren
  2. zou etiketteren
  3. zou etiketteren
  4. zouden etiketteren
  5. zouden etiketteren
  6. zouden etiketteren
en verder
  1. is geëtiketteerd
  2. zijn geëtiketteerd
diversen
  1. etiketteer!
  2. etiketteert!
  3. geëtiketteerd
  4. etiketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor etiketteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
étiqueter etiketteren; van etiket voorzien
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
étiquetage etiketteren

Wiktionary: etiketteren


Cross Translation:
FromToVia
etiketteren étiqueter label — put a ticket or sign on