Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fik (Nederlands) in het Frans

fik:

fik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fik (brand; vuur)
    l'incendie; le feu
    • incendie [le ~] zelfstandig naamwoord
    • feu [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu brand; fik; vuur bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; felheid; geestdrift; gloed; haardvuur; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; intensiteit; kracht; overgave; passie; schieten; stoplicht; verkeerslicht; vlammenzee; vuren; vurigheid; vuur; vuurtje; vuurzee; warmte
incendie brand; fik; vuur binnenbrand; brand; vlammenzee; vuurzee
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu zaliger

Verwante woorden van "fik":


Verwante vertalingen van fik