Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gapend:
  2. gapen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gapend (Nederlands) in het Frans

gapend:

gapend bijvoeglijk naamwoord

  1. gapend
    baîllant

Vertaal Matrix voor gapend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baîllant gapend

gapen:

gapen werkwoord (gaap, gaapt, gaapte, gaapten, gegaapt)

  1. gapen (geeuwen)
    bâiller; bayer aux corneilles
    • bâiller werkwoord (bâille, bâilles, bâillons, bâillez, )
    • bayer aux corneilles werkwoord (baye, bayes, bayons, bayez, )

Conjugations for gapen:

o.t.t.
  1. gaap
  2. gaapt
  3. gaapt
  4. gapen
  5. gapen
  6. gapen
o.v.t.
  1. gaapte
  2. gaapte
  3. gaapte
  4. gaapten
  5. gaapten
  6. gaapten
v.t.t.
  1. heb gegaapt
  2. hebt gegaapt
  3. heeft gegaapt
  4. hebben gegaapt
  5. hebben gegaapt
  6. hebben gegaapt
v.v.t.
  1. had gegaapt
  2. had gegaapt
  3. had gegaapt
  4. hadden gegaapt
  5. hadden gegaapt
  6. hadden gegaapt
o.t.t.t.
  1. zal gapen
  2. zult gapen
  3. zal gapen
  4. zullen gapen
  5. zullen gapen
  6. zullen gapen
o.v.t.t.
  1. zou gapen
  2. zou gapen
  3. zou gapen
  4. zouden gapen
  5. zouden gapen
  6. zouden gapen
diversen
  1. gaap!
  2. gaapt!
  3. gegaapt
  4. gapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gapen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bayer aux corneilles gapen; geeuwen
bâiller gapen; geeuwen

Verwante woorden van "gapen":


Wiktionary: gapen

gapen
Cross Translation:
FromToVia
gapen béer; bâiller gape — To open the mouth wide
gapen bâiller yawn — open the mouth and take a deep breath