Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geanimeerd (Nederlands) in het Frans

geanimeerd:

geanimeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geanimeerd (drukpratend; druk)
    animé; qui parle en gesticulant; avec animation; avec vivacité; avec enjouement
  2. geanimeerd (energiek; vief; levendig; vol fut)
    animé; dynamique; énergique; fort; ferme; alerte

Vertaal Matrix voor geanimeerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alerte alarm; alert; hulpgeroep; hulpkreet; melding; noodkreet; noodsignaal; waarschuwing
dynamique dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte
ferme boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alerte energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut ad rem; adrem; alert; bezet; bijdehand; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; flitsend; geagiteerd; gevat; hip; levendig; levenslustig; modieus; monter; opgetogen; opgewekt; oplettend; raak; slagvaardig; snedig; snel; tierig; trendy; uitgeslapen; verhit; vlot; vrolijk; wakker
animé druk; drukpratend; energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; bedrijvig; bevlogen; beweeglijk; bezet; bezield; bezig; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; lustig; monter; onrustig; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; tierig; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; woelig; zonnig
avec animation druk; drukpratend; geanimeerd bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; vrolijk
avec enjouement druk; drukpratend; geanimeerd blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; verblijd; verheugd; vrolijk; welgemoed; welgestemd
avec vivacité druk; drukpratend; geanimeerd actief; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; tierig; vrolijk
dynamique energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk
ferme energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut absoluut; beslist; dapper; degelijk; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fier; fiks; flink; fysiek sterk; glorieus; groots; karaktervast; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pertinent; prat; ronduit; solide; standvastig; stellig; sterk; stevig; ten enenmale; trots; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; vaststaand; vol energie; volhardend; volstrekt; zeker
fort energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vol energie; zeer; zwaarlijvig
qui parle en gesticulant druk; drukpratend; geanimeerd
énergique energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vol energie; voortvarend

animeren:

animeren werkwoord (animeer, animeert, animeerde, animeerden, geanimeerd)

  1. animeren (stimuleren; aanzetten; aansporen)
    animer; encourager; provoquer; stimuler; activer; inciter; inciter à; exciter; aiguiser; attiser; aiguillonner; éperonner; être l'instigateur de
    • animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, )
    • encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, )
    • provoquer werkwoord (provoque, provoques, provoquons, provoquez, )
    • stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • activer werkwoord (active, actives, activons, activez, )
    • inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, )
    • inciter à werkwoord
    • exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, )
    • aiguiser werkwoord (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, )
    • attiser werkwoord (attise, attises, attisons, attisez, )
    • aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )
    • éperonner werkwoord (éperonne, éperonnes, éperonnons, éperonnez, )

Conjugations for animeren:

o.t.t.
  1. animeer
  2. animeert
  3. animeert
  4. animeren
  5. animeren
  6. animeren
o.v.t.
  1. animeerde
  2. animeerde
  3. animeerde
  4. animeerden
  5. animeerden
  6. animeerden
v.t.t.
  1. heb geanimeerd
  2. hebt geanimeerd
  3. heeft geanimeerd
  4. hebben geanimeerd
  5. hebben geanimeerd
  6. hebben geanimeerd
v.v.t.
  1. had geanimeerd
  2. had geanimeerd
  3. had geanimeerd
  4. hadden geanimeerd
  5. hadden geanimeerd
  6. hadden geanimeerd
o.t.t.t.
  1. zal animeren
  2. zult animeren
  3. zal animeren
  4. zullen animeren
  5. zullen animeren
  6. zullen animeren
o.v.t.t.
  1. zou animeren
  2. zou animeren
  3. zou animeren
  4. zouden animeren
  5. zouden animeren
  6. zouden animeren
diversen
  1. animeer!
  2. animeert!
  3. geanimeerd
  4. animerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor animeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
inciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
stimuler aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvangen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; accelereren; activeren; beginnen; bemoedigen; bespoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; initiëren; instigeren; introduceren; kennis laten maken; motiveren; op gang brengen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opstoken; opwekken; poken; porren; prikkelen; provoceren; starten; stimuleren; stoken; toemoedigen; van start gaan; verhaasten; versnellen; voorstellen
aiguillonner aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanmoedigen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; instigeren; motiveren; opdrijven; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
aiguiser aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanhalen; aanpunten; aanslijpen; aanzetten; aanzetten tot; instigeren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; scherp maken; scherpen; slijpen; stimuleren; verscherpen; wetten
animer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten tot; activeren; bemoedigen; bezielen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; motiveren; opjutten; opleven; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; provoceren; reanimeren; stimuleren; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen; wakker schudden
attiser aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; agiteren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; iets aanstoken; in beroering brengen; instigeren; omroeren; opjutten; oppoken; opporren; oprakelen; opstoken; poken; porren; prikkelen; provoceren; roeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toejuichen; toemoedigen; wakker schudden
encourager aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; moed inspreken; motiveren; opdrijven; oppoken; opstoken; poken; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
exciter aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; bemoedigen; bezielen; iets aanstoken; instigeren; motiveren; opfokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toejuichen; toemoedigen
inciter aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjutten; opkrikken; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
inciter à aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten tot; iets aanstoken; instigeren; motiveren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opstoken; poken; porren; provoceren; stoken; teweegbrengen; uitdagen; uitlokken; veroorzaken
provoquer aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aandoen; aanleiding geven tot; aanrichten; aanstichten; aanzetten tot; instigeren; ontlokken; ophitsen; provoceren; teweegbrengen; uitdagen; uitlokken; veroorzaken; verwekken
stimuler aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanblazen; aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; activeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; motiveren; opdrijven; opkrikken; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
éperonner aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanzetten tot; bonken; hameren; iemand motiveren; instigeren; opjutten; porren; prikkelen; provoceren; rammen; slaan; stimuleren
être l'instigateur de aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanzetten tot; instigeren; provoceren; teweegbrengen; veroorzaken
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
activer inschakelen

Wiktionary: animeren

animeren
verb
  1. opmonteren, opvrolijken
animeren

Computer vertaling door derden: