Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geestelijkheid (Nederlands) in het Frans

geestelijkheid:

geestelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de geestelijkheid (clerus)
    le clergé
    • clergé [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geestelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clergé clerus; geestelijkheid priesterschap

Verwante woorden van "geestelijkheid":


geestelijkheid vorm van geestelijk:

geestelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. geestelijk (psychisch; psychische)
    psychique; mental; psychologique; mentalement
  2. geestelijk (religieus; gelovig; kerkelijk; )
    religieux; croyant; ecclésiastique; spirituel; fidèle; religieusement; consacré; dévot; pieusement; pieux; dévotement; de l'église
  3. geestelijk (immaterieel; onstoffelijk)
    insaisissable; immatérielle; immatériel; impalpable; intangible
  4. geestelijk (innerlijk; inwendig)
    spirituel

Vertaal Matrix voor geestelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dévot godsdienstige; godvruchtige; vrome
ecclésiastique bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke
religieux broeder; broeder-onderwijzer; broeders; broers; frater; godsdienstige; godvruchtige; kloosterbroeders; kloosterling; kloosterlingen; monnik; vrome
spirituel geestenbezweerder; spiritist; spiritualist
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consacré geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom besteed; gespendeerd; herderlijk; met betrekking tot herders; uitgegeven
croyant geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom godsdienstig; goedgelovig; herderlijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom
de l'église geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom herderlijk; met betrekking tot herders
dévot geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godvrezend; goedgelovig; naïef; religieus; vroom
dévotement geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom godsdienstig; godvrezend; religieus; vroom
ecclésiastique geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom herderlijk; met betrekking tot herders
fidèle geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom eerlijk; fideel; getrouw; getrouwe; goedgelovig; loyaal; loyale; naïef; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; trouw; trouwe; trouwhartig
immatériel geestelijk; immaterieel; onstoffelijk onstoffelijk; spiritueel
immatérielle geestelijk; immaterieel; onstoffelijk
impalpable geestelijk; immaterieel; onstoffelijk ongrijpbaar; ontastbaar
insaisissable geestelijk; immaterieel; onstoffelijk ongrijpbaar; ontastbaar
intangible geestelijk; immaterieel; onstoffelijk onaantastbaar; ongrijpbaar; ontastbaar
mental geestelijk; psychisch; psychische intellectuele; mentaal; verstandelijke
mentalement geestelijk; psychisch; psychische mentaal
pieusement geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godzalig; goedgelovig; herderlijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; stichtelijk; verheffend; vroom
pieux geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godzalig; goedgelovig; naïef; religieus; stichtelijk; verheffend; vroom
psychique geestelijk; psychisch; psychische
psychologique geestelijk; psychisch; psychische psychologisch
religieusement geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom godsdienstig; goedgelovig; herderlijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom
religieux geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godvrezend; goedgelovig; herderlijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom
spirituel geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; innerlijk; inwendig; kerkelijk; religieus; vroom geestelijke; herderlijk; met betrekking tot herders; onstoffelijk; spiritueel; spirituele

Verwante woorden van "geestelijk":


Antoniemen van "geestelijk":


Verwante definities voor "geestelijk":

  1. godsdienstig1
    • er werden geestelijke liederen gezongen1
  2. wat het denken, voelen en willen betreft1
    • geestelijk is hij nog sterk, maar lichamelijk niet1

Wiktionary: geestelijk

geestelijk
adjective
  1. Qui appartient à l’intellect, qui est dans l’entendement.
  2. Qui se fait, qui s’exécuter dans l’esprit, dans l’entendement.
  3. relatif au psychisme, ou psyché, à l'esprit en général ; objet d'étude de la psychologie.

Cross Translation:
FromToVia
geestelijk mental mental — relating to the mind
geestelijk spirituel; spirituelle spiritual — of or pertaining to the spirit or the soul
geestelijk intellectuel; mental geistig — den menschlichen Geist, die Gedanken betreffend

Computer vertaling door derden: