Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelikt (Nederlands) in het Frans

gelikt:

gelikt bijvoeglijk naamwoord

  1. gelikt (piekfijn; picobello; tiptop)
    méticuleux; très soigné; impeccable; impeccablement; méticuleusement; parfait; fringant; élégant; à la perfection; tiré à quatre épingles; très élegant; avec élégamce
  2. gelikt (gladjanusachtig)
    matois
    • matois bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gelikt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parfait consumptie-ijs; consumptieijsjes; ijs; ijsje; ijsjes; roomijs
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec élégamce gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
fringant gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
impeccable gelikt; picobello; piekfijn; tiptop brandhelder; brandschoon; briljant; correct; eersteklas; eersterangs; excellent; feilloos; flitsend; foutloos; gaaf; hip; ideaal; keurig; kraakhelder; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onverbeterlijk; opperbest; patent; perfect; puik; puntgaaf; smetteloos; snel; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; trendy; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlekkeloos; vlot; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
impeccablement gelikt; picobello; piekfijn; tiptop gaaf; onaangetast; puntgaaf
matois gelikt; gladjanusachtig
méticuleusement gelikt; picobello; piekfijn; tiptop accuraat; angstvallig; bindend; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; haarfijn; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
méticuleux gelikt; picobello; piekfijn; tiptop accuraat; angstvallig; bindend; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; haarfijn; juist; met zorg; miniem; minitueus; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
parfait gelikt; picobello; piekfijn; tiptop akkoord; beslist; briljant; excellent; fantastisch; feitelijk; foutloos; gaaf; geheid; geweldig; gewis; grandioos; groots; heus; ideaal; in orde; magnifiek; mee eens; onaangetast; patent; perfect; perfekt; puik; puntgaaf; reëel; schitterend; stellig; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vast; vast en zeker; volleerd; volmaakt; voortreffelijk; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
tiré à quatre épingles gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
très soigné gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
très élegant gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
à la perfection gelikt; picobello; piekfijn; tiptop briljant; excellent; patent; perfect; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
élégant gelikt; picobello; piekfijn; tiptop aanvallig; bevallig; chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; lief; lieftallig; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd

Verwante woorden van "gelikt":

  • geliktheid

gelikt vorm van likken:

likken werkwoord (lik, likt, likte, likten, gelikt)

  1. likken (aflikken)
    lécher
    • lécher werkwoord (lèche, lèches, léchons, léchez, )

Conjugations for likken:

o.t.t.
  1. lik
  2. likt
  3. likt
  4. likken
  5. likken
  6. likken
o.v.t.
  1. likte
  2. likte
  3. likte
  4. likten
  5. likten
  6. likten
v.t.t.
  1. heb gelikt
  2. hebt gelikt
  3. heeft gelikt
  4. hebben gelikt
  5. hebben gelikt
  6. hebben gelikt
v.v.t.
  1. had gelikt
  2. had gelikt
  3. had gelikt
  4. hadden gelikt
  5. hadden gelikt
  6. hadden gelikt
o.t.t.t.
  1. zal likken
  2. zult likken
  3. zal likken
  4. zullen likken
  5. zullen likken
  6. zullen likken
o.v.t.t.
  1. zou likken
  2. zou likken
  3. zou likken
  4. zouden likken
  5. zouden likken
  6. zouden likken
en verder
  1. ben gelikt
  2. bent gelikt
  3. is gelikt
  4. zijn gelikt
  5. zijn gelikt
  6. zijn gelikt
diversen
  1. lik!
  2. likt!
  3. gelikt
  4. likkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het likken (aflikken)
    le léchage

likken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de likken (gevangenissen; bakken; norren)
    la prisons
    • prisons [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor likken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
léchage aflikken; likken gelik
prisons bakken; gevangenissen; likken; norren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lécher aflikken; likken leeglikken; uitlikken

Verwante woorden van "likken":


Wiktionary: likken

likken
verb
  1. met de tong aanraken
likken
verb
  1. passer la langue sur quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
likken lécher lick — to stroke with a tongue

Computer vertaling door derden: