Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gemotiveerd:
  2. motiveren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemotiveerd (Nederlands) in het Frans

gemotiveerd:

gemotiveerd bijvoeglijk naamwoord

  1. gemotiveerd (motivatie bezittend)
    motivé; fanatique; possédé; épris

Vertaal Matrix voor gemotiveerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fanatique aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fanatique gemotiveerd; motivatie bezittend bezeten; bezetene; dweepziek; dweperig; fanatiek; fanatieke; gedreven
motivé gemotiveerd; motivatie bezittend
possédé gemotiveerd; motivatie bezittend bezeten; bezetene; fanatiek; fanatieke
épris gemotiveerd; motivatie bezittend bezeten; bezetene; fanatiek; fanatieke; verkikkerd; verliefd

Verwante woorden van "gemotiveerd":

  • gemotiveerdheid

gemotiveerd vorm van motiveren:

motiveren werkwoord (motiveer, motiveert, motiveerde, motiveerden, gemotiveerd)

  1. motiveren
    motiver; encourager; inciter à; inciter; animer; aviver; exciter; activer; stimuler; aiguillonner
    • motiver werkwoord (motive, motives, motivons, motivez, )
    • encourager werkwoord (encourage, encourages, encourageons, encouragez, )
    • inciter à werkwoord
    • inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, )
    • animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, )
    • aviver werkwoord (avive, avives, avivons, avivez, )
    • exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, )
    • activer werkwoord (active, actives, activons, activez, )
    • stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )

Conjugations for motiveren:

o.t.t.
  1. motiveer
  2. motiveert
  3. motiveert
  4. motiveren
  5. motiveren
  6. motiveren
o.v.t.
  1. motiveerde
  2. motiveerde
  3. motiveerde
  4. motiveerden
  5. motiveerden
  6. motiveerden
v.t.t.
  1. heb gemotiveerd
  2. hebt gemotiveerd
  3. heeft gemotiveerd
  4. hebben gemotiveerd
  5. hebben gemotiveerd
  6. hebben gemotiveerd
v.v.t.
  1. had gemotiveerd
  2. had gemotiveerd
  3. had gemotiveerd
  4. hadden gemotiveerd
  5. hadden gemotiveerd
  6. hadden gemotiveerd
o.t.t.t.
  1. zal motiveren
  2. zult motiveren
  3. zal motiveren
  4. zullen motiveren
  5. zullen motiveren
  6. zullen motiveren
o.v.t.t.
  1. zou motiveren
  2. zou motiveren
  3. zou motiveren
  4. zouden motiveren
  5. zouden motiveren
  6. zouden motiveren
en verder
  1. ben gemotiveerd
  2. bent gemotiveerd
  3. is gemotiveerd
  4. zijn gemotiveerd
  5. zijn gemotiveerd
  6. zijn gemotiveerd
diversen
  1. motiveer!
  2. motiveert!
  3. gemotiveerd
  4. motiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor motiveren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
inciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
stimuler aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activer motiveren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvangen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; accelereren; activeren; animeren; beginnen; bemoedigen; bespoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; initiëren; instigeren; introduceren; kennis laten maken; op gang brengen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opstoken; opwekken; poken; porren; prikkelen; provoceren; starten; stimuleren; stoken; toemoedigen; van start gaan; verhaasten; versnellen; voorstellen
aiguillonner motiveren aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; instigeren; opdrijven; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
animer motiveren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; opjutten; opleven; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; provoceren; reanimeren; stimuleren; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen; wakker schudden
aviver motiveren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; activeren; bemoedigen; iets aanstoken; opleven; oppoken; opporren; opstoken; opwekken; poken; reanimeren; stimuleren; stoken; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen
encourager motiveren aanblazen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; moed inspreken; opdrijven; oppoken; opstoken; poken; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
exciter motiveren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; animeren; bemoedigen; bezielen; iets aanstoken; instigeren; opfokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toejuichen; toemoedigen
inciter motiveren aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjutten; opkrikken; oppoken; opporren; opruien; opstoken; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
inciter à motiveren aanblazen; aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; animeren; iets aanstoken; instigeren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opstoken; poken; porren; provoceren; stimuleren; stoken; teweegbrengen; uitdagen; uitlokken; veroorzaken
motiver motiveren aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren
stimuler motiveren aanblazen; aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; opdrijven; opkrikken; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
activer inschakelen

Wiktionary: motiveren

motiveren
verb
  1. van argumenten voorzien
motiveren
Cross Translation:
FromToVia
motiveren pousser drive — to motivate
motiveren motiver motivate — to encourage
motiveren motiver motive — to prompt or incite
motiveren motiver motivieren — jemanden dazu bringen, sich aus eigenem Antrieb um etwas zu kümmern