Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gesetteld:
  2. settelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gesetteld (Nederlands) in het Frans

gesetteld:

gesetteld bijvoeglijk naamwoord

  1. gesetteld (gevestigd)
    installé; en place; bien établi

Vertaal Matrix voor gesetteld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien établi gesetteld; gevestigd
en place gesetteld; gevestigd
installé gesetteld; gevestigd aangebracht; gevestigd; geïnstalleerd; woonachtig; zetelend

gesetteld vorm van settelen:

settelen werkwoord (settel, settelt, settelde, settelden, gesetteld)

  1. settelen (koloniseren; vestigen)
    établir; fonder; se nicher; coloniser; s'installer
    • établir werkwoord (établis, établit, établissons, établissez, )
    • fonder werkwoord (fonde, fondes, fondons, fondez, )
    • se nicher werkwoord
    • coloniser werkwoord (colonise, colonises, colonisons, colonisez, )
    • s'installer werkwoord

Conjugations for settelen:

o.t.t.
  1. settel
  2. settelt
  3. settelt
  4. settelen
  5. settelen
  6. settelen
o.v.t.
  1. settelde
  2. settelde
  3. settelde
  4. settelden
  5. settelden
  6. settelden
v.t.t.
  1. heb gesetteld
  2. hebt gesetteld
  3. heeft gesetteld
  4. hebben gesetteld
  5. hebben gesetteld
  6. hebben gesetteld
v.v.t.
  1. had gesetteld
  2. had gesetteld
  3. had gesetteld
  4. hadden gesetteld
  5. hadden gesetteld
  6. hadden gesetteld
o.t.t.t.
  1. zal settelen
  2. zult settelen
  3. zal settelen
  4. zullen settelen
  5. zullen settelen
  6. zullen settelen
o.v.t.t.
  1. zou settelen
  2. zou settelen
  3. zou settelen
  4. zouden settelen
  5. zouden settelen
  6. zouden settelen
en verder
  1. ben gesetteld
  2. bent gesetteld
  3. is gesetteld
  4. zijn gesetteld
  5. zijn gesetteld
  6. zijn gesetteld
diversen
  1. settel!
  2. settelt!
  3. gesetteld
  4. settelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor settelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coloniser koloniseren; settelen; vestigen
fonder koloniseren; settelen; vestigen aarden; arrangeren; baseren; bouwen; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; regelen; stichten
s'installer koloniseren; settelen; vestigen
se nicher koloniseren; settelen; vestigen
établir koloniseren; settelen; vestigen aarden; baseren; bepalen; determineren; formeren; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; oprichten; stichten; vaststellen

Verwante vertalingen van gesetteld