Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gezaagd:
  2. zagen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezaagd (Nederlands) in het Frans

gezaagd:

gezaagd bijvoeglijk naamwoord

  1. gezaagd
    dentelé; denté

Vertaal Matrix voor gezaagd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dentelé gezaagd gekarteld; getand; kartelig; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend; tandvormig; zaagvormig
denté gezaagd gekarteld; getand; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend

zagen:

zagen werkwoord (zaag, zaagt, zaagde, zaagden, gezaagd)

  1. zagen (ronken; snorren; knorren)
    ronfler; ronronner
    • ronfler werkwoord (ronfle, ronfles, ronflons, ronflez, )
    • ronronner werkwoord (ronronne, ronronnes, ronronnons, ronronnez, )

Conjugations for zagen:

o.t.t.
  1. zaag
  2. zaagt
  3. zaagt
  4. zagen
  5. zagen
  6. zagen
o.v.t.
  1. zaagde
  2. zaagde
  3. zaagde
  4. zaagden
  5. zaagden
  6. zaagden
v.t.t.
  1. heb gezaagd
  2. hebt gezaagd
  3. heeft gezaagd
  4. hebben gezaagd
  5. hebben gezaagd
  6. hebben gezaagd
v.v.t.
  1. had gezaagd
  2. had gezaagd
  3. had gezaagd
  4. hadden gezaagd
  5. hadden gezaagd
  6. hadden gezaagd
o.t.t.t.
  1. zal zagen
  2. zult zagen
  3. zal zagen
  4. zullen zagen
  5. zullen zagen
  6. zullen zagen
o.v.t.t.
  1. zou zagen
  2. zou zagen
  3. zou zagen
  4. zouden zagen
  5. zouden zagen
  6. zouden zagen
diversen
  1. zaag!
  2. zaagt!
  3. gezaagd
  4. zagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zagen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ronfler knorren; ronken; snorren; zagen snurken
ronronner knorren; ronken; snorren; zagen spinnen

Verwante definities voor "zagen":

  1. in stukken verdelen door met een zaag heen en weer te gaan1
    • hij zaagt een stuk van de plank1

Wiktionary: zagen

zagen
verb
  1. in stukken delen door middel van een zaag
zagen
verb
  1. couper, fendre avec une scie.

Cross Translation:
FromToVia
zagen scier saw — cut with a saw