Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. grillen:
  2. gril:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grillen (Nederlands) in het Frans

grillen:

grillen werkwoord (gril, grilt, grilde, grilden, gegrild)

  1. grillen (barbecuen; roosteren; grilleren)
    griller au barbecue; griller; rôtir; faire cuire; frire; poêler
    • griller werkwoord (grille, grilles, grillons, grillez, )
    • rôtir werkwoord (rôtis, rôtit, rôtissons, rôtissez, )
    • faire cuire werkwoord
    • frire werkwoord (fris, frit, frisons, frisez, )
    • poêler werkwoord (poêle, poêles, poêlons, poêlez, )

Conjugations for grillen:

o.t.t.
  1. gril
  2. grilt
  3. grilt
  4. grillen
  5. grillen
  6. grillen
o.v.t.
  1. grilde
  2. grilde
  3. grilde
  4. grilden
  5. grilden
  6. grilden
v.t.t.
  1. heb gegrild
  2. hebt gegrild
  3. heeft gegrild
  4. hebben gegrild
  5. hebben gegrild
  6. hebben gegrild
v.v.t.
  1. had gegrild
  2. had gegrild
  3. had gegrild
  4. hadden gegrild
  5. hadden gegrild
  6. hadden gegrild
o.t.t.t.
  1. zal grillen
  2. zult grillen
  3. zal grillen
  4. zullen grillen
  5. zullen grillen
  6. zullen grillen
o.v.t.t.
  1. zou grillen
  2. zou grillen
  3. zou grillen
  4. zouden grillen
  5. zouden grillen
  6. zouden grillen
en verder
  1. is gegrild
  2. zijn gegrild
diversen
  1. gril!
  2. grilt!
  3. gegrild
  4. grillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor grillen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire cuire barbecuen; grillen; grilleren; roosteren bakken; braden; eten bereiden; koken; kokkerellen
frire barbecuen; grillen; grilleren; roosteren bakken
griller barbecuen; grillen; grilleren; roosteren bakken; blakeren; branden; traliën; verschroeien; verzengen; zengen
griller au barbecue barbecuen; grillen; grilleren; roosteren
poêler barbecuen; grillen; grilleren; roosteren bakken
rôtir barbecuen; grillen; grilleren; roosteren bakken; braden

Verwante woorden van "grillen":


Wiktionary: grillen


Cross Translation:
FromToVia
grillen rôtir roast — to cook food by heating in an oven or fire
grillen griller toast — to lightly cook in a kitchen appliance

gril:

gril [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gril (nuk; luim; kuur; bui)
    le caprice; l'humeur
    • caprice [le ~] zelfstandig naamwoord
    • humeur [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caprice bui; gril; kuur; luim; nuk aanval; bevlieging; bokkensprong; capriool; frats; gekke streek; opwelling; rare streek; vlaag
humeur bui; gril; kuur; luim; nuk bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament

Verwante woorden van "gril":


Wiktionary: gril

gril
noun
  1. idée fixe

Cross Translation:
FromToVia
gril bizarrerie; excentricité; maniérisme quirk — idiosyncrasy
gril caprice whim — fanciful impulse