Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. handarbeid:
  2. handarbeiden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handarbeid (Nederlands) in het Frans

handarbeid:

handarbeid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de handarbeid (met de handen verricht werk; handenarbeid)
    le travail manuel

Vertaal Matrix voor handarbeid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
travail manuel handarbeid; handenarbeid; met de handen verricht werk bedrevenheid; handvaardigheid; handwerk; vaardigheid met de hand

handarbeiden:

handarbeiden werkwoord (handarbeid, handarbeidt, handarbeidde, handarbeidden, gehandarbeid)

  1. handarbeiden (met de hand vervaardigen)

Conjugations for handarbeiden:

o.t.t.
  1. handarbeid
  2. handarbeidt
  3. handarbeidt
  4. handarbeiden
  5. handarbeiden
  6. handarbeiden
o.v.t.
  1. handarbeidde
  2. handarbeidde
  3. handarbeidde
  4. handarbeidden
  5. handarbeidden
  6. handarbeidden
v.t.t.
  1. heb gehandarbeid
  2. hebt gehandarbeid
  3. heeft gehandarbeid
  4. hebben gehandarbeid
  5. hebben gehandarbeid
  6. hebben gehandarbeid
v.v.t.
  1. had gehandarbeid
  2. had gehandarbeid
  3. had gehandarbeid
  4. hadden gehandarbeid
  5. hadden gehandarbeid
  6. hadden gehandarbeid
o.t.t.t.
  1. zal handarbeiden
  2. zult handarbeiden
  3. zal handarbeiden
  4. zullen handarbeiden
  5. zullen handarbeiden
  6. zullen handarbeiden
o.v.t.t.
  1. zou handarbeiden
  2. zou handarbeiden
  3. zou handarbeiden
  4. zouden handarbeiden
  5. zouden handarbeiden
  6. zouden handarbeiden
en verder
  1. is gehandarbeid
  2. zijn gehandarbeid
diversen
  1. handarbeid!
  2. handarbeidt!
  3. gehandarbeid
  4. handarbeidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor handarbeiden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire à la main handarbeiden; met de hand vervaardigen handmatig doen
travailler manuellement handarbeiden; met de hand vervaardigen handwerken