Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. incassering:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor incassering (Nederlands) in het Frans

incassering:

incassering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de incassering (invordering; incasso; inning; vordering; innen)
    l'encaissement; le recouvrement; la perception

Vertaal Matrix voor incassering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encaissement incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering cheque verzilveren; innen; kasontvangst; verzilvering
perception incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering aanschouwen; apperceptie; belasting; belastingdienst; fiscus; gevoel; gewaarwording; heffing; kosten; leges; observatie; observeren; perceptie; prikkeling; sensatie; waarneming; waarnemingsvermogen; zien; zintuiglijke gewaarwording; zintuiglijkheid
recouvrement incassering; incasso; innen; inning; invordering; vordering afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping; schuldvordering; trap uitvoeren; vordering

Verwante woorden van "incassering":

  • incasseringen

Wiktionary: incassering

incassering
noun
  1. (het) incasseren.

Computer vertaling door derden: