Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kaatsen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kaatsen (Nederlands) in het Frans

kaatsen:

kaatsen werkwoord (kaats, kaatst, kaatste, kaatsten, gekaatst)

  1. kaatsen (butsen)
    rebondir; meurtrir
    • rebondir werkwoord (rebondis, rebondit, rebondissons, rebondissez, )
    • meurtrir werkwoord (meurtris, meurtrit, meurtrissons, meurtrissez, )

Conjugations for kaatsen:

o.t.t.
  1. kaats
  2. kaatst
  3. kaatst
  4. kaatsen
  5. kaatsen
  6. kaatsen
o.v.t.
  1. kaatste
  2. kaatste
  3. kaatste
  4. kaatsten
  5. kaatsten
  6. kaatsten
v.t.t.
  1. heb gekaatst
  2. hebt gekaatst
  3. heeft gekaatst
  4. hebben gekaatst
  5. hebben gekaatst
  6. hebben gekaatst
v.v.t.
  1. had gekaatst
  2. had gekaatst
  3. had gekaatst
  4. hadden gekaatst
  5. hadden gekaatst
  6. hadden gekaatst
o.t.t.t.
  1. zal kaatsen
  2. zult kaatsen
  3. zal kaatsen
  4. zullen kaatsen
  5. zullen kaatsen
  6. zullen kaatsen
o.v.t.t.
  1. zou kaatsen
  2. zou kaatsen
  3. zou kaatsen
  4. zouden kaatsen
  5. zouden kaatsen
  6. zouden kaatsen
diversen
  1. kaats!
  2. kaatst!
  3. gekaatst
  4. kaatsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kaatsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meurtrir butsen; kaatsen benadelen; krenken; kwetsen; nadeel berokkenen
rebondir butsen; kaatsen afstuiten; ketsen; opveren; terugspringen; terugstuiten