Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. knutselaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knutselaar (Nederlands) in het Frans

knutselaar:

knutselaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knutselaar
    le bricoleur

Vertaal Matrix voor knutselaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bricoleur knutselaar beunhaas; factotum; knoeier; knoeipot; koekenbakker; manusje-van-alles; morser; prutser; prutsers; scharrelaar

Verwante woorden van "knutselaar":

  • knutselaars

Wiktionary: knutselaar


Cross Translation:
FromToVia
knutselaar bricoleur TüftlerBastler, jemand der gerne Schwieriges herauszufinden versucht, dies durch Herumbasteln, Ausprobieren und Nachdenken

Computer vertaling door derden: