Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. koopkracht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koopkracht (Nederlands) in het Frans

koopkracht:

koopkracht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de koopkracht (bestedingsvermogen)
    la capacité budgétaire; le pouvoir d'achat
  2. de koopkracht
    le pouvoir d'achat

Vertaal Matrix voor koopkracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capacité budgétaire bestedingsvermogen; koopkracht
pouvoir d'achat bestedingsvermogen; koopkracht

Wiktionary: koopkracht

koopkracht
noun
  1. de hoeveelheid goederen of diensten die gekocht kan worden met een bepaald geldbedrag
koopkracht
noun
  1. économie|fr quantité de biens ou de services que les revenus d’une personne lui permettent d’acquérir.