Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lik (Nederlands) in het Frans

lik:

lik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lik (strafgevangenis; gevangenis; doos; )
    la boîte; la prison; l'établissement pénitentiaire; la maison de détention; la maison de correction; le pénitencier; la maison d'arrêt
  2. de lik (klodder; kwak; kledder)
    le grumeau; la tache; le pâté; la giclure; le marron; le caillot
    • grumeau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tache [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pâté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • giclure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • marron [le ~] zelfstandig naamwoord
    • caillot [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boîte bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats blik; blikje; box; buitenkant; bus; doos; emballage; huls; kistje; kratje; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergruimte; pakje; pakket; postpakket; trommel; verpakking
caillot kledder; klodder; kwak; lik bloedprop; klont; klonter; prop
giclure kledder; klodder; kwak; lik
grumeau kledder; klodder; kwak; lik brok; klont; klonter; suikerklontje
maison d'arrêt bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
maison de correction bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
maison de détention bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
marron kledder; klodder; kwak; lik klap; opstopper; peut; stoot
prison bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats boete; celstraf; gevangenisstraf; hechtenis; kerker; kerkergevangenis; onderaardse gevangenis; straf; strafplaats; tuchthuis
pâté kledder; klodder; kwak; lik pastei; pâté; vleespâté; vlek; vuile plek
pénitencier bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
tache kledder; klodder; kwak; lik klad; kladwerk; moesje; nop; proefversie; smet; spat; spatje; spatter; spikkel; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; vlekken; vuile plek
établissement pénitentiaire bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats strafgevangenis
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
coup de langue lik; tongveeg

Verwante woorden van "lik":


Wiktionary: lik


Cross Translation:
FromToVia
lik mitard; trou hole — place where a prisoner is kept

lik vorm van likken:

likken werkwoord (lik, likt, likte, likten, gelikt)

  1. likken (aflikken)
    lécher
    • lécher werkwoord (lèche, lèches, léchons, léchez, )

Conjugations for likken:

o.t.t.
  1. lik
  2. likt
  3. likt
  4. likken
  5. likken
  6. likken
o.v.t.
  1. likte
  2. likte
  3. likte
  4. likten
  5. likten
  6. likten
v.t.t.
  1. heb gelikt
  2. hebt gelikt
  3. heeft gelikt
  4. hebben gelikt
  5. hebben gelikt
  6. hebben gelikt
v.v.t.
  1. had gelikt
  2. had gelikt
  3. had gelikt
  4. hadden gelikt
  5. hadden gelikt
  6. hadden gelikt
o.t.t.t.
  1. zal likken
  2. zult likken
  3. zal likken
  4. zullen likken
  5. zullen likken
  6. zullen likken
o.v.t.t.
  1. zou likken
  2. zou likken
  3. zou likken
  4. zouden likken
  5. zouden likken
  6. zouden likken
en verder
  1. ben gelikt
  2. bent gelikt
  3. is gelikt
  4. zijn gelikt
  5. zijn gelikt
  6. zijn gelikt
diversen
  1. lik!
  2. likt!
  3. gelikt
  4. likkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het likken (aflikken)
    le léchage

likken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de likken (gevangenissen; bakken; norren)
    la prisons
    • prisons [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor likken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
léchage aflikken; likken gelik
prisons bakken; gevangenissen; likken; norren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lécher aflikken; likken leeglikken; uitlikken

Verwante woorden van "likken":


Wiktionary: likken

likken
verb
  1. met de tong aanraken
likken
verb
  1. passer la langue sur quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
likken lécher lick — to stroke with a tongue