Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mentor:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mentor (Nederlands) in het Frans

mentor:

mentor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mentor (begeleider)
    le mentor; le tuteur; le guide
    • mentor [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tuteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • guide [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mentor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guide begeleider; mentor aanwijzingen; begeleider; begeleidster; gebruiksaanwijzing; gids; halsband; handboek; handleiding; informatieboek; instructies; leiband; leidraad; leidsman; loods; padvindster; reisbegeleider; reisboek; reisgids; reisleider; reisleidster; reiswijzer; rondleider; wegwijzer
mentor begeleider; mentor baas; begeleider; docent; gids; instructeur; leermeester; leidsman; leraar; loods; meerdere; meester; patroon; reisbegeleider; studieleider; superieur
tuteur begeleider; mentor bevorderaar; curator; docent; gezinsvoogd; gids; instructeur; leermeester; leraar; promotor; reisbegeleider; voogd

Verwante woorden van "mentor":

  • mentoren, mentors

Wiktionary: mentor

mentor
noun
  1. Celui, celle qui donner des conseils hors de propos.

Computer vertaling door derden: