Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. nemen uit:
  2. uitnemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nemen uit (Nederlands) in het Frans

nemen uit:

nemen uit werkwoord

  1. nemen uit (uitlichten)
    ôter
    • ôter werkwoord (ôte, ôtes, ôtons, ôtez, )

Vertaal Matrix voor nemen uit:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ôter nemen uit; uitlichten achteroverdrukken; afnemen; benemen; eruit nemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; uitdoen; uitkleden; uitnemen; uittrekken; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

nemen uit vorm van uitnemen:

uitnemen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitnemen
    le fait d'enlever

uitnemen werkwoord (neem uit, neemt uit, nam uit, namen uit, uitgenomen)

  1. uitnemen
    enlever; ôter
    • enlever werkwoord (enlève, enlèves, enlevons, enlevez, )
    • ôter werkwoord (ôte, ôtes, ôtons, ôtez, )

Conjugations for uitnemen:

o.t.t.
  1. neem uit
  2. neemt uit
  3. neemt uit
  4. nemen uit
  5. nemen uit
  6. nemen uit
o.v.t.
  1. nam uit
  2. nam uit
  3. nam uit
  4. namen uit
  5. namen uit
  6. namen uit
v.t.t.
  1. heb uitgenomen
  2. hebt uitgenomen
  3. heeft uitgenomen
  4. hebben uitgenomen
  5. hebben uitgenomen
  6. hebben uitgenomen
v.v.t.
  1. had uitgenomen
  2. had uitgenomen
  3. had uitgenomen
  4. hadden uitgenomen
  5. hadden uitgenomen
  6. hadden uitgenomen
o.t.t.t.
  1. zal uitnemen
  2. zult uitnemen
  3. zal uitnemen
  4. zullen uitnemen
  5. zullen uitnemen
  6. zullen uitnemen
o.v.t.t.
  1. zou uitnemen
  2. zou uitnemen
  3. zou uitnemen
  4. zouden uitnemen
  5. zouden uitnemen
  6. zouden uitnemen
en verder
  1. ben uitgenomen
  2. bent uitgenomen
  3. is uitgenomen
  4. zijn uitgenomen
  5. zijn uitgenomen
  6. zijn uitgenomen
diversen
  1. neem uit!
  2. neemt uit!
  3. uitgenomen
  4. uitnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitnemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait d'enlever uitnemen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enlever uitnemen aanwrijven; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; afplukken; afrukken; afscheuren; benemen; beroven; beroven van; beschuldigen; bestelen; blameren; depriveren; erafhalen; eruit nemen; gappen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; inpikken; jatten; kapen; kidnappen; kwalijk nemen; laken; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegstelen; legen; loshalen; lospeuteren; losplukken; meenemen; naar buiten halen; nadragen; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvoeren; ontvreemden; ophalen; pikken; plukken; plunderen; roven; ruimen; schaken; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitdoen; uitgommen; uithalen; uitkleden; uittrekken; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vlakken; voor de voeten gooien; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; wegsnijden; wegsteken; wegstoppen; wegvegen; wissen
ôter uitnemen achteroverdrukken; afnemen; benemen; eruit nemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; nemen uit; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; uitdoen; uitkleden; uitlichten; uittrekken; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Verwante vertalingen van nemen uit