Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. omlaagdragen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omlaagdragen (Nederlands) in het Frans

omlaagdragen:

omlaagdragen werkwoord (draag omlaag, draagt omlaag, droeg omlaag, droegen omlaag, omlaaggedragen)

  1. omlaagdragen
    descendre
    • descendre werkwoord (descends, descend, descendons, descendez, )

Conjugations for omlaagdragen:

o.t.t.
  1. draag omlaag
  2. draagt omlaag
  3. draagt omlaag
  4. dragen omlaag
  5. dragen omlaag
  6. dragen omlaag
o.v.t.
  1. droeg omlaag
  2. droeg omlaag
  3. droeg omlaag
  4. droegen omlaag
  5. droegen omlaag
  6. droegen omlaag
v.t.t.
  1. heb omlaaggedragen
  2. hebt omlaaggedragen
  3. heeft omlaaggedragen
  4. hebben omlaaggedragen
  5. hebben omlaaggedragen
  6. hebben omlaaggedragen
v.v.t.
  1. had omlaaggedragen
  2. had omlaaggedragen
  3. had omlaaggedragen
  4. hadden omlaaggedragen
  5. hadden omlaaggedragen
  6. hadden omlaaggedragen
o.t.t.t.
  1. zal omlaagdragen
  2. zult omlaagdragen
  3. zal omlaagdragen
  4. zullen omlaagdragen
  5. zullen omlaagdragen
  6. zullen omlaagdragen
o.v.t.t.
  1. zou omlaagdragen
  2. zou omlaagdragen
  3. zou omlaagdragen
  4. zouden omlaagdragen
  5. zouden omlaagdragen
  6. zouden omlaagdragen
en verder
  1. ben omlaaggedragen
  2. bent omlaaggedragen
  3. is omlaaggedragen
  4. zijn omlaaggedragen
  5. zijn omlaaggedragen
  6. zijn omlaaggedragen
diversen
  1. draag omlaag!
  2. draagt omlaag!
  3. omlaaggedragen
  4. omlaagdragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omlaagdragen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendre omlaagdragen afdalen; afklimmen; afkomen; aflopen; afmaken; afrijden; afstappen; afstijgen; afzetten; dalen; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; eraf klimmen; eraf rijden; erafklimmen; executeren; inkrimpen; kleiner worden; lager worden; landen; laten uitstappen; liquideren; naar beneden brengen; naar beneden dragen; naar beneden gaan; naar beneden klimmen; naar beneden lopen; naar beneden rijden; naar beneden tillen; naarbeneden glijden; neer laten zakken; neerbrengen; neergaan; neerhalen; neerkomen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; omlaag gaan; omlaag klauteren; omlaagbrengen; omlaaggaan; omlaagklauteren; omlaagrijden; omlaagstappen; omlaagtillen; op de grond komen; overhoopschieten; schieten op; slinken; terechtkomen; van kant maken; vergaan; verlopen; vermoorden; verstrijken; vervallen; voorbijgaan

Computer vertaling door derden: