Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onmisbaar:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor onmisbaar:
    • incontournable


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onmisbaar (Nederlands) in het Frans

onmisbaar:

onmisbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onmisbaar (onontbeerlijk; noodzakelijk; essentieel; wezenlijk)
    nécessairement; indispensable; essentiel; essentielle; élémentaire; inéluctable; intrinsèque; inévitable; vital; foncièrement; de première nécessité; critique; fondamental; décisif; crucial; de base

Vertaal Matrix voor onmisbaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
critique aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
critique essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; ernstig; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; omstreden; ongemakkelijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; verontrustend; vitaal; voornaamst; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
crucial essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; heel belangrijk; kardinaal; noodzakelijk; van levensbelang; vereist; vitaal; voornaamst; wezenlijk
de base essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk basis; elementair; fundamenteel; grondig; principieel; tot grondslag dienend; wezenlijk; zorgvuldig
de première nécessité essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk broodnodig; hard nodig
décisif essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk aanvoerend; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; dominant; doorslaggevend; eerste; elementair; essentieel; gezaghebbend; kardinaal; leidend; maatgevend; meestens; noodzakelijk; overtuigend; overwegend; toonaangevend; van levensbelang; vereist; vitaal; vooraanstaande; voornaamst
essentiel essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk belangrijk; benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; fundamenteel; grondig; kardinaal; nodig; noodzakelijk; van belang; vereist; voornaamst; wezenlijk; zorgvuldig
essentielle essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
foncièrement essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk daadwerkelijk; feitelijk; fundamenteel; in feite; in werkelijkheid; werkelijk; wezenlijk
fondamental essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk belangrijk; cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; grondig; kardinaal; noodzakelijk; principieel; tot grondslag dienend; van belang; vereist; voornaamst; wezenlijk; zorgvuldig
indispensable essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk; vereist
intrinsèque essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk fundamenteel; intrinsiek; wezenlijk
inéluctable essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
inévitable essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
nécessairement essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
vital essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk cruciaal; kardinaal; levenskrachtig; van levensbelang; vitaal; voornaamst
élémentaire essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk basis; eenvoudig; elementair; fundamenteel; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet donker; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; simpel; vanzelf; wezenlijk; zonder moeite

Verwante woorden van "onmisbaar":

  • onmisbaarheid, onmisbare

Wiktionary: onmisbaar

onmisbaar
adjective
  1. Dont on ne peut se dispenser.

Cross Translation:
FromToVia
onmisbaar indispensable indispensable — not dispensable

User Translations:
Word Translation Votes
onmisbaar incontournable 5

Computer vertaling door derden: