Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontwaken:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor ontwaken:
    • éveiller, éveil


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontwaken (Nederlands) in het Frans

ontwaken:

ontwaken werkwoord (ontwaak, ontwaakt, ontwaakte, ontwaakten, ontwaakt)

  1. ontwaken (wakker worden)

Conjugations for ontwaken:

o.t.t.
  1. ontwaak
  2. ontwaakt
  3. ontwaakt
  4. ontwaken
  5. ontwaken
  6. ontwaken
o.v.t.
  1. ontwaakte
  2. ontwaakte
  3. ontwaakte
  4. ontwaakten
  5. ontwaakten
  6. ontwaakten
v.t.t.
  1. ben ontwaakt
  2. bent ontwaakt
  3. is ontwaakt
  4. zijn ontwaakt
  5. zijn ontwaakt
  6. zijn ontwaakt
v.v.t.
  1. was ontwaakt
  2. was ontwaakt
  3. was ontwaakt
  4. waren ontwaakt
  5. waren ontwaakt
  6. waren ontwaakt
o.t.t.t.
  1. zal ontwaken
  2. zult ontwaken
  3. zal ontwaken
  4. zullen ontwaken
  5. zullen ontwaken
  6. zullen ontwaken
o.v.t.t.
  1. zou ontwaken
  2. zou ontwaken
  3. zou ontwaken
  4. zouden ontwaken
  5. zouden ontwaken
  6. zouden ontwaken
en verder
  1. heb ontwaakt
  2. hebt ontwaakt
  3. heeft ontwaakt
  4. hebben ontwaakt
  5. hebben ontwaakt
  6. hebben ontwaakt
diversen
  1. ontwaak!
  2. ontwaakt!
  3. ontwaakt
  4. ontwakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontwaken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'éveiller ontwaken; wakker worden
se réveiller ontwaken; wakker worden

Wiktionary: ontwaken

ontwaken
noun
  1. médecine

Cross Translation:
FromToVia
ontwaken réveiller awake — to gain consciousness
ontwaken se réveiller wake — to stop sleeping
ontwaken réveiller wake up — To (become) awake