Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onverbiddelijkheid:
  2. onverbiddelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onverbiddelijkheid (Nederlands) in het Frans

onverbiddelijkheid:

onverbiddelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onverbiddelijkheid (strengheid; gestrengheid)
    la sévérité

Vertaal Matrix voor onverbiddelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sévérité gestrengheid; onverbiddelijkheid; strengheid ernst; starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid

Verwante woorden van "onverbiddelijkheid":


onverbiddelijk:

onverbiddelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onverbiddelijke)
    inexorable; impitoyable; intraitable; inflexible
  2. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onbuigzaam)
    inflexible; impitoyable; buté; inexorable; entêté; irréconciliable

Vertaal Matrix voor onverbiddelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entêté stijfhoofd; stijfkop
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buté onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
entêté onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
impitoyable onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bruut; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; glashard; haatdragend; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; inhumaan; keihard; liefdeloos; meedogeloos; meedogenloos; monsterlijk; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; onmenselijk; onverzoenlijk; rancuneus; staalhard; steenhard; wraakzuchtig; wreed; zeer hard; zielloos
inexorable onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
inflexible onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bokkig; koppig; onbuigbaar; onbuigzaam; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; streng; strikt; stringent; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
intraitable onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar moeilijk te hanteren; onbestuurbaar; onhandelbaar
irréconciliable onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar haatdragend; onverzoenlijk; rancuneus; wraakzuchtig

Verwante woorden van "onverbiddelijk":


Wiktionary: onverbiddelijk

onverbiddelijk
noun
  1. Symbole de la dureté. (2)

Cross Translation:
FromToVia
onverbiddelijk entêté; obstiné; inflexible; rigide; têtu dour — unyielding and obstinate
onverbiddelijk inexorablement; inéluctablement; inévitablement; impitoyablement inexorably — in an inexorable manner; relentlessly