Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. opbiechten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opbiechten (Nederlands) in het Frans

opbiechten:

opbiechten werkwoord (biecht op, biechtte op, biechtten op, opgebiecht)

  1. opbiechten (biechten)
    confesser; avouer; se confesser
    • confesser werkwoord (confesse, confesses, confessons, confessez, )
    • avouer werkwoord (avoue, avoues, avouons, avouez, )
    • se confesser werkwoord

Conjugations for opbiechten:

o.t.t.
  1. biecht op
  2. biecht op
  3. biecht op
  4. biechten op
  5. biechten op
  6. biechten op
o.v.t.
  1. biechtte op
  2. biechtte op
  3. biechtte op
  4. biechtten op
  5. biechtten op
  6. biechtten op
v.t.t.
  1. heb opgebiecht
  2. hebt opgebiecht
  3. heeft opgebiecht
  4. hebben opgebiecht
  5. hebben opgebiecht
  6. hebben opgebiecht
v.v.t.
  1. had opgebiecht
  2. had opgebiecht
  3. had opgebiecht
  4. hadden opgebiecht
  5. hadden opgebiecht
  6. hadden opgebiecht
o.t.t.t.
  1. zal opbiechten
  2. zult opbiechten
  3. zal opbiechten
  4. zullen opbiechten
  5. zullen opbiechten
  6. zullen opbiechten
o.v.t.t.
  1. zou opbiechten
  2. zou opbiechten
  3. zou opbiechten
  4. zouden opbiechten
  5. zouden opbiechten
  6. zouden opbiechten
en verder
  1. is opgebiecht
diversen
  1. biecht op!
  2. biecht op!
  3. opgebiecht
  4. opbiechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opbiechten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avouer biechten; opbiechten als waar erkennen; bekennen; erkennen; toegeven
confesser biechten; opbiechten bekennen; belijden; geloof aanhangen
se confesser biechten; opbiechten

Wiktionary: opbiechten


Cross Translation:
FromToVia
opbiechten confesser; se confesser beichtenübertragen: jemandem von selbstverschuldeten, meist schlechten Taten berichten